Sarracenia

Uit Werkgroep Carnivora
Versie door Pim (overleg | bijdragen) op 18 mrt 2013 om 19:57
Sarracenia hybriden
Sarracenia flava soorten

Trompetbekerplant

De planten maken gebruik van bekers om insecten te vangen. Aan de rand van de bekers zullen zich zichtbare druppeltjes nectar vormen. Bij slechte conditie van de plant of een onjuiste verzorging zijn deze druppeltjes niet aanwezig. Met behulp van de geur van de nectar trekt de plant de insecten aan. Eenmaal in de beker gelokt verliest het insect zijn houvast en valt in een vloeistof die vergelijkbaar is met maagzuur. Het insect wordt verteerd en de verteringssappen worden opgenomen door de plant als voeding.

Herkomst

Noord-Amerika

Verzorgingstips

Water

Gebruik nooit kraanwater. Regenwater is het beste. Voor meer informatie over het juiste water, zie de “waterkwaliteit” pagina op onze website.

Licht

Deze planten hebben veel licht nodig, direct zonlicht kan de bekers doen verbranden als het te warm wordt (achter glas bijvoorbeeld) en de luchtvochtigheid te laag is

Temperatuur

-12°C - 38°C

Let op in cultivatie kunnen de planten minder hebben als ze in potten gekweekt worden. Bij een grondtemperatuur boven de 38°C krijgen de planten het moeilijk en moet je ze koelen door veel water te geven.

Tijdens de winter is het raadzaam de planten niet onder de 0°C te houden daar ze dan kunnen uitdrogen door water te kort. Wil je ze toch beneden de 0°C houden dan kan je de volgende methode toepassen:

  • Giet 's avonds, bij matige vorst of kouder, water met een gieter met sproeikop over de planten heen, en laat zo een ijslaagje ontstaan. Hieronder drogen de planten niet meer uit. (uitdrogen is de reden waarom vorst Sarracenia's kan nekken)

De Val

Vooral de grotere Sarracenia soorten vangen veel insecten. Oudere vallen die vol met insecten zitten zullen verdorren. Dit is normaal. Zeker in de herfst zijn er bij Sarracenia´s bekers die bruin worden en verdorren. Dit zijn veelal de bekers die aan het begin van het groeiseizoen zijn aangemaakt.

Alles wat bruin is moet je afknippen, het heeft geen enkel nut meer voor de plant. Zeker als de planten in een kas staan kan je zelfs problemen krijgen met schimmels als er teveel bruine/dode bekers zijn i.v.m. smet en de wind geen ruimte heeft tussen de planten. Het weghalen van dode bekers is dus meer een vorm van hygiëne.

Alles wat nog groen is kun je laten zitten, want dat zorgt nog voor fotosynthese. Dat proces gaat het hele jaar door, zelfs tijdens de wintermaanden.

Wat je zal merken tijdens het afknippen van de bekers is dat er nog verteringssappen in de bekers zit. Probeer de bekers die nog groen zijn aan de onderkant nog wat te laten zitten zodat de beker de verteringssappen kan behouden. Het idee is dat Sarracenia´s tijdens de winterperiode nog kunnen profiteren van deze verteringssappen en hier een goede start door krijgen in het komende groeiseizoen. Knip deze bekers dus af tot aan waar het nog groen is.

Grond

De plant kan in maart voor de lentegroei verpot worden. Verpot alleen als de wortels uit de onderkant van de pot groeien of indien zich veel kalk in de pot heeft opgehoopt.

Als potgrond gebruik je een speciale grond voor vleesetende planten. Dit kunnen diverse grondstoffen zijn.

  • Spagnummos is over het algemeen het beste medium voor Sarracenia. Sphagnummos is echter niet altijd eenvoudig te verkrijgen, vaak erg duur, niet geoogst op een verantwoordde manier, en regelmatig wordt er mos verkocht als sphagnum terwijl het een ander soort is en wat schadelijk kan zijn voor de planten.
  • Grondmengsels op basis van turf zijn ook goed geschikt voor Sarracenia. In feite zijn bepaalde soorten van S. rubra en S. psittacina juist erg blij met een turfmix. Hou in het achterhoofd dat watergeven van turfmengsels van bovenaf dient te gebeuren en dat achterblijvend water op regelmatige basis ververst dient te worden; dit om opbouw van zouten tegen te gaan. Hoe vaak je dient te verversen hangt af van de waterkwaliteit, hoe vaak de planten water krijgen, en welke mix je precies hebt gebruikt.
  • Het meest toegepaste mengsel is gelijke delen turf en scherp zand. De turf dient sphagnumturf te zijn; hetgeen verteerd sphagnummos is. Het zand dient redelijk grof te zijn en ook dient het een homogene grootte van de korrels te hebben. Wat vaak ook toegepast wordt is perlite. Hierdoor wordt dan een deel van het zand vervangen. Het zand en de perlite dienen goed te worden uitgewassen om aanwezige zouten te verwijderen. Zouten zijn afkomstig van de processing, waarbij vaak water op het product wordt gesproeid om stofvorming te voorkomen.

Trek voorzichtig de plant uit de pot. Terracotta potten kunnen stuk getikt worden. Houd de plant niet ondersteboven daar de sappen weglopen. Schudt de oude potgrond voorzichtig van de wortels af, het is geen probleem indien er oude aarde tussen de wortels blijft zitten. Knip de totaal verdorde bladeren of bekers weg. Stop een laagje met zo’n 2cm nieuwe grond op de bodem van de pot. Maak deze laag nat met water. Plaats de plant met de kluit wortels in zijn geheel in de nieuwe pot en vul de zijkanten aan met de nieuwe grond. Zorg dat de verse grond nat is, of dompel deze anders in water.


Maart t/m Oktober/November

Binnenshuis in de pot
Gebruik een terracotta of plastic pot met gaten in de onderkant. Zet de plant op een zeer lichte plaats, alleen in volle zon (zuidraam) kan de plant hier geplaatst worden. Wanneer het niet mogelijk is om de plant in de vensterbank te plaatsen, plaats dan de plant onder een geschikte lamp. Deze zijn verkrijgbaar bij goede tuincentra en dierenspeciaalzaken. Zorg voor een zodanige afstand tussen lamp en plant, dat de plant niet te warm wordt, maar laat de afstand niet groter worden dan zo’n 30cm. Vooral de kleinere soorten zijn hiervoor geschikt. Bij langere soorten is kunstlicht onvoldoende. Zorg dat de plant aan het begin van iedere dag een volle schotel met water krijgt. Giet bij voorkeur in de schotel en niet op de plant. Gebruik een brede schotel van minimaal 2cm diep. Als de schotel aan het einde van de dag droog is, zal hij bijgevuld moeten worden. Zorg dat de grond steeds goed nat blijft. Zet de plant bij voorkeur in een onverwarmde ruimte, afhankelijk van de soort (winterhard of niet) kan de temperatuur variëren. De meeste soorten kunnen strenge vorst overleven, mits de wortels toegang blijven houden tot vloeibaar water.
Buitenshuis in de pot of grote bloembak
Plaats de plant in de volle zon. Zorg dat planten in een pot aan het begin van iedere dag een volle schotel met water krijgt. Giet bij voorkeur in de schotel en niet op de plant. Gebruik een brede schotel van minimaal 2cm diep. Als de schotel aan het einde van de dag droog is, zal hij bijgevuld moeten worden. Zorg dat de grond steeds goed nat blijft. Zorg bij gebruik van een bloembak dat de grond in de bloembak goed vochtig blijft. Zorg bij de langere soorten dat ze uit de wind staan. De lange bekers van b.v. de S. flava en S. leucophylla kunnen door harde wind breken.
Buiten in de kas
Zorg dat de kas de volle zon krijgt en ventileer goed. Zet de pot in een ondiepe laag water. Knip totaal verdroogde bekers af om schimmelvorming te voorkomen In de kas worden doorgaans de mooiste en grootste planten verkregen.

November t/m maart

Binnenshuis in de pot
Dit is de rustperiode. De teelt is hetzelfde met de volgende aanpassingen. Geef eens per 2 dagen een klein laagje water (ongeveer ½ cm) op de schotel. Zorg dat de grond redelijk vochtig blijft. Zet de plant in een onverwarmde ruimte maar gebruik wel een vorstbeveiliger bij de minder winterharde soorten. Boven de ongeveer 12°C zal de plant niet in winterrust kunnen gaan, zorg dus voor lage temperaturen. Is het niet mogelijk om de plant in een onverwarmde ruimte op de vensterbank te plaatsen, dan kan de plant ook naar een koele ruimte worden verplaatst onder een geschikte lamp.
Buitenshuis in de pot
De plant kan bij vorst niet buiten in de pot blijven staan want dan bevriest of verdroogt hij. Neem de plant binnenshuis of in een vorstvrije kas. Dit geldt ook voor zeer winterharde soorten.
Buiten in de kas
Houd de plant op een lichte plaats. Zorg dat de potgrond een weinig vochtig blijft. Zorg dat de kas onverwarmd is maar gebruik wel een vorstbeveiliger bij minder winterharde soorten. Ventileer bij veel zonneschijn, daar de plant niet in winterrust gaat bij temperaturen boven de 12°C en om schimmels te voorkomen.

Jaarrond buiten in een moeras of open grond Zorg dat het moeras of de open grond de volle zon krijgt. Zorg er verder voor dat de grond niet uitdroogt maar constant goed vochtig blijft. Een diepte van zo’n 80 cm is gewenst om bevriezen en uitdrogen te beperken. Langere soorten uit de wind houden, daar de bekers kunnen breken. Zeer winterharde soorten als de S. purpurea kunnen het gehele jaar door in open grond gehouden worden. De zeer winterharde soorten kunnen tegen strenge vorst (-20) mits de wortels nog bij water kunnen komen. Wanneer ook de grond onder de wortels is bevroren, verdrogen de planten. Minder winterharde soorten kunnen toch vaak – 10 hebben en slechts enkele soorten als. b.v. S. psittacina kunnen voor de veiligheid het beste een vorstbescherming krijgen (stro, dennentakken, e.d.).

Vermeerdering

Zaad
Sarracenia's zijn redelijk eenvoudig vanuit zaad op te kweken, je moet daar echter wel het geduld voor kunnen opbrengen. Elke stap in het verkrijgen van zaad, het laten ontkiemen en het laten uitgroeien tot een volwassen plant kost tijd. Het kan 4 tot wel 6 jaar duren om te komen van een net bestoven bloem tot een volwassen, bloeiende plant. Sta er maar niet bij stil hoe oud je dan zelf ondertussen bent of wat je over vijf jaar aan het doen bent, doe het gewoonweg voor het avontuur.
  • Sarracenia bloemen verschijnen normaal gesproken in het voorjaar net voordat de eerste nieuwe bekers beginnen te groeien. Het zijn erg ingewikkelde bloemen welke niet zelfbestuivend zijn. In veel gebieden zijn er geen insecten welke de bloem bestuiven of is het nog te vroeg in het jaar voor deze insecten. Als je de bloemen niet zelf bestuift, zal er geen bevruchting plaatsvinden en zal er dus ook geen zaad te oogsten zijn.
  • Saccarcenia bloemen zijn zo gevormd dat een bestuivend insect welke de bloem komt bezoeken lang de stamper (stigma) moet gaan wil het in de kamer met het nectar en de meeldraden (stamens) met het stuifmeel kunnen komen. De bloem heeft meerdere stampers en ze zitten aan het einde van de stijl welke een vorm van een omgekeerde paraplu heeft. Wanneer insecten zichzelf naar binnen wurmt, hebben ze in de kamer een aangename tijd met het eten van de nectar en het in het stuifmeel rollen. Om hierna weer naar buiten te kunnen dient het insect een bloemblaadje (petal) omhoog te duwen om zich via deze weg naar buiten te wurmen. Hierdoor komt het niet langs de stampers, waardoor wordt voorkomen dat de bloem met z’n eigen stuifmeel bevrucht zou raken. Bloemen worden dus bevrucht als een insect welke eerst een andere bloem heeft bezocht en aldaar stuifmeel op z’n lichaam heeft gekregen bij het binnengaan langs een van de stampers strijkt en aldaar stuifmeel achterlaat.
  • Om te zien waar je het stuifmeel moet halen om op de stampers te doen dien je een bloemblaadje op te tillen. Binnen in de bloem zie je dan de stuifmeel bevattende meeldraden hangen welke als ze rijp genoeg zijn hun stuifmeel op de bloembodem laten vallen. Met een klein penseeltje kan je wat stuifmeel wegnemen. Pas hierbij op dat je niet tegen de nectar komt omdat anders je penseel hiermee vervuild raakt. Met het penseel kan je de stampers van deze bloem bestuiven maar uiteraard ook bloemen van andere planten. Om stuifmeel voor later te bewaren kan je het op een stukje aluminiumfolie doen wat je vervolgens dicht moet vouwen en in de vriezer kan bewaren. Het stuifmeel blijft als het in de vriezer is bewaard ongeveer een maand krachtig. Omdat de verschillende soorten vaak net op een iets ander moment bloeien kan je zo kruisingen maken.
  • Vervolgens dien je ongeveer 5 maanden te wachten of de kunstmatige bestuiving ook daadwerkelijk succesvol is geweest en je zaad kan oogsten.
  • Het zaad moet gewonnen worden wanneer de zaaddozen bruin worden en nog net niet beginnen open te scheuren. Wanneer je planten in April bloeien, kan je al krachtig zaad uit de dozen halen in midden Augustus. Hierbij is de zaaddoos dan nog niet echt bruin. Beter is het hierop te wachten om zo in september, voordat de zaaddozen vanzelf openscheuren en het zaad verloren zou kunnen gaan, de bruine zaaddozen te plukken. De zaden dienen wel gestratificeerd te worden om een goede kieming te waarborgen, dit ondanks dat de zaden heel vers zijn.
  • Zaden afkomstig van één en dezelfde plant kunnen variëren van bijna paars tot bruin. Kleurverschillen van de zaden kunnen dan ook niet gebruikt worden voor determinatie.
  • Sarracenia zaden zijn eigenlijk rare zaden. Het heeft een wasachtige buitenlaag welke ze waterafstotend maakt. In de natuur is dit om ze door water over het moeras te laten verspreiden. Maar deze waterafstotende laag zorgt er ook voor dat het kiemen langzaam gaat. Het zal niet kunnen ontkiemen voordat het vocht heeft kunnen opnemen. Je hebt dan maanden zitten wachten op het rijpen van het zaad en dan wil je ook wel dat ze ook DIRECT NU gaan kiemen.
  • Er zijn allerlei claims over het versneld laten kiemen van Sarracenia zaden. Vaak gebaseerd op het kunstmatig weghalen van de waterafstotende laag. VERSPIL NIET UW ZAAD EN UW TIJD. Ongetwijfeld zal er wat ontkiemen, maar om een goede ontkieming te verkrijgen moet je de ware en daarom meest gehanteerde methode gebruiken.
  • De ware methode om Sarracenia zaad te ontkiemen is door het 4 weken koud te stratificeren. Echter het droog in de koelkast doen is hierbij niet voldoende. Stratificatie is het koud en vochtig bewaren van de zaden in een medium wat overeenkomt om de zaden te overtuigen dat het tijd wordt om te gaan ontkiemen. De eenvoudigste methode hiervoor is de zaden in een klein plasticzakje, met zuiver water bevochtigde fijn gehakte sphagnummos, in de koelkast te doen. Het mos moet zo vochtig zijn dat als je het uit zou knijpen er water uitkomt maar dat er geen vrij water in het zakje is.
  • Wanneer de zaden ouder zijn kan je ze eerst een dagje weken, voordat je ze stratificeerd. Hiertoe doe je de zaden op een schoteltje met hierin gezuiverd water met een vleugje afwasmiddel. Met vleugje wordt dan bedoelt dat je iets op je vingers dient te doen en dit door het water dient te roeren. Een andere methode is de zaden direct in potjes te zaaien en deze potjes in een plastic zak in de koelkast te doen.
  • Wanneer de zaden gestratificeerd zijn in een plastic zak, spreid dan de inhoud over het medium in de potten met een theelepeltje. Begraaf de zaden niet maar spreid ze uit in een dun laagje. Indien je de beschikking hebt over levende sphagnum, gebruik dit dan. Gehakte levend sphagnum werkt voor de ontkieming het beste, echter het mos kan de zaailingen overgroeien. Hiervoor moet men regelmatig de potten inspecteren en indien nodig de groeipunten van het sphagnum met een klein schaartje wegknippen om overgroeien te voorkomen. Wanneer je geen levend sphagum hebt, hak of knip gedroogd sphagnum en voeg gezuiverd water toe. Als je ook geen gedroogd sphagnum hebt gebruik dan een mix van turf en zand. Zaai zodanig dat de zaden wat van elkaar liggen (± 5mm) en gebruik meerdere potten om te voorkomen dat al het zaad in een pot zit.
  • Sarracenia zaden zijn lichtkiemers dus zorg dat ze op het medium liggen en er niet onder.
  • Doe de potten in doorzichtige plasticzakken en zet ze onder kunstlicht totdat de eerste tekenen van ontkiemen te zien zijn. Indien je de potten niet tot de rand had gevuld maar tot 2 cm onder de rand dan, kan je huishoudfolie of magnetronfolie gebruiken om de potten af te dekken. Misschien dat je deze folie dan wel voor de zekerheid met een elastiekje moet vastmaken. Zet de zakken niet in de volle zon of te dicht bij de lamp omdat anders de zaailingen te warm kunnen worden en zullen afsterven. Een temperatuur van 25°C is ideaal.
  • De zaden zullen in 2 tot 4 weken moeten ontkiemen.
  • Nadat de zaden zijn ontkiemd dient het plastic verwijderd te worden en de potten in een terrarium gezet te worden. Men dient voor enige luchtcirculatie te zorgen zodat het terrarium niet geheel afgesloten dient te worden. Ook kunnen, wanneer het weer het toelaat en er geen vorst meer te vrezen is, de potten in de tuin op een zonnig plekje bij de andere Sarracenia's gezet worden.
  • Sarracenia zaailingen kunnen in een terrarium onder enkele lampen gedurende twee tot drie jaar gekweekt worden voordat ze samen met de volwassen planten aan het ritme van de seizoenen worden blootgesteld.
  • Wanneer een zaailing vijf bladeren heeft dienen ze verspeend te worden; hierbij dienen ze dan ongeveer 2cm uit elkaar gezet te worden. Zo kunnen er dan dus 9 stuks (in drie rijen van drie) in een standaard 8,5 cm (3 inch) bloempot. Wanneer je voor het verspenen lang vezelig sphagnum gebruikt dient het in stukjes van 1cm of kleiner gehakt/geknipt te worden; dit is omdat dan lager bij weer verder uitpoten de wortels van de verschillende plantje niet beschadigd worden door het moeten breken van de anders lange sphagnumvezels.
  • De potten moeten in het terrarium gedurende 16 tot 18 uur licht krijgen. Het werkt stimulerend als je de ramen van het terrarium van aluminiumfolie voorziet; hierdoor blijft het licht in het terrarium en kunnen de zaailingen er volop van profiteren.
  • Wanneer de plantjes te groot worden om met z’n negenen in een pot te staan, kan je ze ompotten naar 4 of 5 in een normale plastic pot. Ook zou je de grotere planten ieder in een eigen 5cm (2 inch) pot kunnen zetten.
  • Het moeilijke deel van het kweken van Sarracenia in-huis of in een warme kas (15º à 32ºC) is hoe en Wanner ze te laten wennen aan de omstandigheden van “moeder natuur”. Te vroeg in het voorjaar, kunnen ze door de koude nachten in een winterstaat komen, waardoor hun groei enkele maanden stil kan vallen. Te laat in het voorjaar of zelfs in de zomer, de hitte en de intense zon kan de zaailingen geheel verbranden waardoor ze alle bladeren zullen verliezen. Sarracenia zijn harde planten en overleven dit alles normaal gesproken allemaal maar het is zonde want hun groei wordt door beiden ernstig verstoord. Tevens zal iedereen hierdoor teleurgesteld worden; immers eerst veel aandacht besteed om ze steeds goed te laten doorgroeien en dan bij het naar buiten overbrengen ineens een terugval qua groei.
Scheuren
Deze video van Rogier en Bas laat het mooi zien: http://www.youtube.com/watch?v=JE1-lmv3Krw

Bemesten

Met enige voorzichtigheid kan men Sarracenia bemesten. Hierbij kan men de bladeren bestuiven door middel van een plantensproeier met een verdunning van kamerplantenmest. Hierbij neemt men dan een tienvoudige verdunning als die op de verpakking staat aangeven voor normale kamerplanten. Deze tienvoudige verdunning komt overeen met de verdunning gebruikt bij hydrocultuur. Als water kan men het beste regenwater gebruiken; dit omdat de zouten in het kraanwater op den duur de planten zullen benadelen, maar al snel het sphagnum. De meningen zijn er over verdeeld, maar het schijnt nog wel eens mis te gaan als men de wortels bemest of de bekers vult met grotere hoeveelheden van deze mestoplossing. Tevens worden algen en mossen welke op de grond aanwezig zijn gestimuleerd in hun groei; hetgeen ook uw planten niet ten goede zal komen.

Soorten

Links

Interessante sites waar informatie te vinden is over Sarracenia 's: